Wie ben ik, een samenraapsel van wat botten en spieren, hier en daar een bloedcel en een neuron. Gewoon een samenraapsel van cellen en weefsels en een illusie van bestaan.
Waar hou ik op met bestaan? Wat is buiten en binnen? Het brood wat ik eet dat ben ik niet. Is het in de bloedbaan is opgenomen, is het dan van mij? Wanneer houdt het brood op met brood zijn en wordt het Saskia?
Niets aan mij is van mij. Alles is van om mij heen. Elke vezel, elke cel elke molecuul bestaat uit groenten, melk, water en lucht. Mijn ervaringen? Die zijn niet meer dan een spel van iets in mij met mijn omgeving; de mensen, de natuur, de lucht, muziek.
Laten we onszelf iets kleiner maken en onze omgeving iets groter. Laten we de biodiversiteit koesteren, zodat water, grond, planten en dieren er iets moois van kunnen maken. Laten we culturele diversiteit omarmen, zodat mensen van allerlei soorten en maten elkaar kunnen inspireren. De som der delen is altijd meer. Dat het kan werd maar eens bewezen in Praag, waar een grote diversiteitsoptocht zeer gemoedelijk verliep. Daar kunnen we in Nederland nog iets van leren!
Darwin had geen gelijk, dat competitie de drijvende kracht is van evolutie. Het is samenhang en afhankelijkheid. Mijn bestaan krijgt betekenis door mijn omgeving. En als ik er niet meer ben? Dan wordt ik weer wat ik al was: alles om mij heen.