In de zaterdagkrant staat een recensie van een nieuwe verzamelbundel gedichten van Wyslawa Szymborska, “Einde en begin”. Honderd jaar geleden werd zij geboren. Een eeuw geschiedenis met twee wereldoorlogen en al die andere (niet te tellen) oorlogen. Haar eerste bundel heette “Zwart lied” en eigenlijk heeft zij nooit anders gedaan dan dat zwarte lied steeds opnieuw te vertellen. En zwart werd inktzwart. Tot op vandaag, Gaza en Oekraïne, vreselijke oorlogen, zwarte tunnels zonder enig perspectief op staakt het vuren. Niemand weet hoe . . . .
Toen Szymborska in 1996 de Nobelprijs voor de vrede kreeg en haar gevraagd werd waar haar gedichten uit voortkomen zei ze “ik weet het niet”. Elk gedicht is een nieuwe poging om antwoord te geven hoe wij mensen verder moeten leven in een wereld waarin duisternis overheerst. Op zondag zie ik het gesprek met Barack Obama. “Ik weet het niet” verwoordt de waarheid en complexiteit eerlijker dan te snelle antwoorden, klinkt er in zijn woorden door.
Na elke oorlog
moet iemand opruimen
min of meer netjes
wordt het tenslotte niet vanzelf
De afbeelding is van Jüsp (Jürg Spahr), “Frei nach Munch”, 1986