BRAK - een woord uit de studententijd. Té laat naar bed, té veel gedronken. Hoofdpijn en een kater.


Vorig zomers weekend hoorde ik het woord een paar keer terugkomen op een verjaardagsfeestje in Noord Holland. Een gesprek over de boeren, de aardappeloogst en het wachten op de regen. De grond is zó heet dat de aardappels met hun blad meer verdampen dan de wortels met sproeiwater kunnen opnemen. De piepers raken in de stress, de groei stopt en het blad veroudert snel. En daar komt dan nog bij: de strijd tegen het zoute water. Dat borrelt op als kwelwater en zo dringt het zoute zeewater steeds dieper ons land in en sterven de landbouwgewassen en de planten van het vele zout.


Korte heftige plensbuien heffen dit tekort niet op. De grond is té droog, de zomer té heet. Dat woordje BRAK blijft bij mij hangen. Als wij doorgaan met té veel en té lang roofbouw te plegen op ons klimaat, dan borrelt en sijpelt de dreigende crisis door steeds meer kieren en gaten onze leefwereld binnen. Dat voelt héél erg BRAK!