In Wageningen zijn ongeveer 200 huizen en gebouwen die tijdens de Tweede Wereldoorlog bewoond werden door Joden opengesteld voor publiek om zo de geschiedenis levend te houden.
Bij een rondgang noemt een gids bij elke plek uitvoerig alle namen van de mensen die in dit huis gewoond hebben. Niemand wordt vergeten, iedereen met name genoemd. ‘Waarom steeds al die namen noemen’ vraagt iemand. Hij verwijst naar de joodse traditie: iemand is pas overleden als zijn of haar naam niet meer wordt uitgesproken. Daarom worden in Kamp Westerbork één keer in de vijf jaar alle namen voorgelezen. Net zo bij de herdenking van de aanslag op Twin Towers. Ook in mijn eigen leven blijven namen van mensen terugkeren, blijven mensen met mij meegaan.
Wat er in het verleden is gebeurd blijft met ons meetrekken, daarom gedenken en vieren wij 4 en 5 mei. Het vreselijke wat mensen elkaar aandoen. Het overweldigende hoe mensen tegenover dat geweld een stap naar voren doen als vrijheid en leven van andere mensen in het geding zijn. Die gebeurtenissen en die mensen hebben een naam. Dat maakt geschiedenis persoonlijk en levend, toen en nu, ver weg en dichtbij. En ervaar ik mijn vrijheid in grote dankbaarheid en tegelijkertijd als een dringend appèl om mij/jou uit te spreken!